|
|
Fok
|
|
Fokken
met Chabo's is op zich niet zo moeilijk. Goede
Chabo's fokken daarentegen vergt enige kennis
van de specifieke eigenschappen van het ras.
Gewapend met die kennis kunnen de juiste
fokdieren worden geselecteerd. Bent u in deze
niet helemaal zeker van uw zaak, schroomt u dan
niet contact op te nemen met de C.L.C. of met
een van de leden van de Chabo Lief- hebbers Club
bij u in de buurt. Meer informatie over selectie
vindt u ook in het hiernavolgende deel.
|
Voor
de meeste liefhebbers is de fok een hoogtepunt
van de liefhebberij. Maar zoals gezegd, voor het
fokken van goede Chabo's moet met enig overleg
te werk worden gegaan. Selectie van de fokdieren
maakt deel daarvan uit. Kleine kuikentjes worden
snel groot en er dient voor hen voldoende plaats
te zijn. Dat betekent dat niet alleen uit ruimteoverwegingen,
maar ook voor het handhaven of verbeteren van de
kwaliteit van de volgende generatie u op een
gegeven moment van een aantal dieren afscheid
zult moeten nemen. Het spreekt vanzelf dat
daartoe tevoren over de te nemen maatregelen
(schenking, verkoop, etc.) is vergewist en
beslist. In ieder geval moeten slecht
groeiende of zieke dieren bijtijds verwijderd
worden, alsook dieren met ernstige afwijkingen
als scheve staart, verkeerde pootkleur of
kamfouten.
|
Voor
beginnende fokkers is het verstandig zich eerst
op één kleurslag en variëteit toe te leggen,
zodat ervaring wordt gekregen met de verervingen
van die specifieke kleurslag en het verbeteren
van de kwaliteit ervan. Als zo enkele jaren met
een trio, een haan en twee hennen, is gefokt,
komt vanzelf in beeld of, en indien zo met wat,
er verbetering kan worden ingebracht. Dit is ook
de daadwerkelijke methode om tot topdieren te
geraken. De op tentoonstellingsprijzen beluste
liefhebbers die menen dat succes alleen maar te koop is en
daarom voortdurend nieuwe prijswinnaars aan hun
bestand toevoegen, stapelen slechts
teleurstelling op teleurstelling, om over de
kosten van dit 'kip zonder kop' gedrag nog maar
te zwijgen. Zij zouden er bovendien verstandiger
aan doen tentoonstellingen vooral te bezoeken om
te genieten van alle Chabo variëteiten en om te
zien en te leren wat er aan het eigen bestand al
goed is en op welke punten er nog verbeteringen
tot stand zouden kunnen worden gebracht door
vooral een
juiste selectie van de zelfgefokte dieren in de
al bestaande stam.
|
Veel
fokkers gebruiken een broedmachine voor het
verkrijgen van een groot aantal kuikens op een
door hen gewenst tijdstip en met zo eveneens een
ruim aanbod om te selecteren. Wie echter niet
over een broedmachine beschikt, is daarom
nog niet onthand. Chabo hennen worden
gemakkelijk broeds en tonen zich in de regel
voorbeeldige moeders. De bebroede eieren komen
na 20-21 dagen uit. Variatie in het tijdstip van
uitkomst is in een broedmachine een kwestie van
temperatuursinstelling en vochtregulering. Voor
elke broedmachine (broedmethode) is dat weer
anders en de beste resultaten komen
ervaringsgewijs. Daarom moet de moed niet worden
verloren als in het begin de
broedmachineresultaten tegenvallen of zelfs
mislukken. Zoals gezegd, na enige ervaringen met
de machine worden de juiste broedinstellingen
bereikt en stijgt, als ook de eieren bevrucht
zijn, het uitkomstpercentage. Heb overigens enig
geduld bij het uitkomen van de eieren. Niet
zelden komen er twee, drie of zelfs vier dagen
nadat het eerste ei is gekipt nog kuikentjes ter
wereld. Onder een kloek zouden deze eieren
verloren zijn gegaan (of de kuikens, als de
eieren niet na een dag of twee zijn verwijderd
en de kloek vastbesloten is voor deze eieren op
het nest te blijven), maar in een broedmachine
is er wel alle tijd voor.
|
Voor
een hogere kans op bevruchte eieren wordt alom
geadviseerd te beginnen met een foktoompje van
een oudere haan met jonge hennen of omgekeerd
met een jongere haan en oudere hennen. Ook de
kans dat zo broer en zus worden gepaard, met
alle mogelijke moeilijkheden van dien in het
nageslacht, is beduidend kleiner. Daarnaast
houdt het beginnen met een dergelijk
foktoompje de broedresultaten overzichtelijk.
|
Wie
met een broedmachine werkt, heeft natuurlijk ook
zelf de zorg voor het grootbrengen van de
kuikens. De kuikens worden na één tot
anderhalf etmaal (24-36 uur) na uitkomen uit de
broedmachine gehaald. Na een dergelijke periode
zijn ze zeker goed opgedroogd en kunnen ze in
een apart onderkomen met een warmte- lamp worden
ondergebracht. Warmtelampen zijn verkrijgbaar in
winkels voor dierenbenodigdheden met ook een
ruim aanbod voor de agrarische sector of met een
specialisatie in terraria. Aansluiting op een
dimmer geeft extra regelmogelijkheden voor de
juiste temperatuursinstelling. Maar de lamp
hoger of lager hangen kan natuurlijk ook. De
juiste temperatuur is 'af te lezen' uit het
gedrag van de kuikens. Zitten ze piepend dicht
bijeen en elkaar verdringend om de beste plek,
dan is het duidelijk te koud. Mijden ze de lamp
en liggen ze in een ruime kring verspreid, dan
is het onder de lamp te warm voor ze. De kuikens
moeten vlug en levendig zijn. Telkens
ineengedoken en voortdurend klagelijk piepende
kuikens deugen niet en dienen verwijderd te
worden. Vaak hebben ze iets onder de leden en
het is beter besmettingsgevaar te voorkomen.
|
Als
bodembedekking voor de eerste dagen voldoen
enkele vellen keukenpapier, die dagelijks of
vaker vernieuwd worden, uitstekend. Afhankelijk
van het gebruiksnut ervan wordt het papier op
een gegeven moment vervangen door houtmot. Het
gaat er allemaal om dat de kuikens op een goed
absorberende en droge bodembedekking zitten.
|
Voor
de voeding van de kuikens zie hierboven bij 'Voeding'.
Mocht er onverhoopt door omstandigheden slechts
één kuiken moeten worden grootgebracht, dan
moet dit de eerste paar dagen extra goed in de
gaten worden gehouden. Zonodig moet het pikken
naar voer even gestimuleerd worden. Dit is vrij
eenvoudig uit te voeren door met een vinger in
het voerbakje te tikken. Meestal wekt dat de
nieuwsgierigheid van het kuiken en zal het
beginnen te pikken. Helemaal goed gaat het,
indien ook het ouderlijk aanbodgedrag wordt geïmiteerd
en er een kruimel voer wordt opgepakt en voor
het kuiken met een tik wordt neergelegd en dit
zo enkele keren wordt herhaald. Een kuiken dat
dan niet begint te pikken, zal nooit wat
snappen. Nadat de weg is uitgeduid, zal honger
vervolgens voldoende motivatie bieden.
|
|
|
|
|