Selectie
 
   

Selectie

     

De grootste uitdaging in de serieuze Chabo liefhebberij is wellicht de selectie van de gefokte dieren. Er moet een keuze worden gemaakt welke dieren geschikt zijn voor de fok en eventueel ook welke dieren er kunnen worden tentoongesteld. Ook indien u allen maar uit liefhebberij zonder meer Chabo's houdt, is het toch van belang selectie toe te passen, zodat u zoveel mogelijk uw bestand gezond en volgens de standaard op peil houdt. 

De selectie tijdens de fok begint eigenlijk al bij de keuze van de eieren. Te kleine eieren of eieren met een duidelijk afwijkende vorm kunnen beter niet gebruikt worden voor de broed. Doet u dat tegen beter weten toch, dan blijkt, als deze eieren al uitkomen, dat de kuikens in een later stadium, veelal om gezondheids- redenen, niettemin verwijderd moeten worden. Deze kosten voor de natuur, het milieu en vooral voor uw beurs had u zich dus kunnen besparen.

De volgende selectiefase betreft de kuikentjes. Verwijder zieke of zwakke dieren. Zelf voor doktertje spelen was misschien leuk in de kinderjaren of tijdens de pubertijd, of is misschien -wie weet- nog steeds opwindend, maar in de Chabo fok is er zo alleen maar rendement voor uw dierenwinkelier, dierenarts of de  farmaceutische industrie. Al uw gehannes ten spijt zal er uiteindelijk van de diertjes weinig terecht komen en zullen de zorgen alleen maar groter worden. U kunt beter dergelijk dierenleed voorkomen door tijdig in te grijpen. Het gebeurt gelukkig niet vaak, maar soms maakt 'de natuur' een misstap of slaat op zeker moment het 'noodlot' even toe. Het past ons dan op juiste en verantwoorde wijze handelend op te treden bij de dieren die aan onze zorg zijn toevertrouwd.

Verwijder ook hoogbenige smalle kuikens. Goede Chabokuikens zijn bolle ronde donsballetjes met korte dikke pootjes. Bewaar echter in eerste instantie wel de kuikentjes die iets langere, maar wel dikke pootjes hebben, want zij kunnen, als zij verder goed opgroeien en geen andere fouten hebben, van waarde zijn bij de fok.

Naarmate de groei van de kuikens vordert, wordt ook de selectie strenger. Kamfouten, fouten in de staartdracht en foutieve pootkleur vormen de eerste selectiecriteria. Dieren die geen correcte kam ontwikkelen, worden voor de fok buitengesloten. Ook dieren die een scheve staart hebben of een te ver naar voren hellende staart bezitten (eekhoornstaart) of waarvan de staart te ver naar achteren ligt, doen evenmin aan de verdere fok mee. Dieren met groene poten zijn volstrekt ongewenst. Donker gekleurde dieren zullen echter nog wel eens een donkere aanslag op de poten laten zien, maar als de voetzolen goed geel zijn, is het nog tamelijk acceptabel. En zo werken we verder naar de hernieuwing van ons fokbestand toe. Doe echter jonge dieren ook weer niet te snel weg. Laat de dieren die uw fokkersvertrouwen genieten volledig uitgroeien, zodat zij ook de kans krijgen hun pracht te bewijzen. Zo laat een jonge hen pas het mooiste type zien wanneer ze vlak tegen de leg aan zit of net aan de leg is, ze is dan voller en ronder. Door de leg heeft haar achterlijf net dat bolle ronde waardoor ze ook iets lager lijkt. Ook is de oogkleur warm en levendig en zijn de kam en lelletjes mooi rood. Jonge hanen hebben eveneens hun tijd nodig voor de volle ontwikkeling van het zadelbehang en de uitgroei van de staartsikkels die mooi rechtop behoren te staan. Dieren die eerst nog wat te smal leken, blijken soms in volwassener staat en bij volle veertooi toch het juiste type te hebben.

Selecteren is te leren. Selecteren is observeren en leren steeds beter te observeren. Het is daarbij van belang niet alleen de eigen dieren te bekijken en te beoordelen, maar ook, vergelijkenderwijs, de dieren van andere fokkers. Contacten met andere Chabo liefhebbers zijn trouwens niet alleen gezellig, maar vaak ook heel nuttig en leerzaam. Selecteren is ook leren van de fouten die erbij kunnen worden gemaakt. Goede selectie is niet afgaan op een momentopname, op een enkele waarneming op een gegeven tijdstip, maar volgt op een periode waarbij de dieren, de wijze waarop ze zich tonen en hun gedragingen goed zijn gadegeslagen. Dit alles komt ook de verzorging van de dieren ten goede. Het kost tijd, maar het is een tijdsbesteding die loont door het plezier dat er aan valt te beleven en de resultaten die er uiteindelijk mee worden bereikt.

   
 
     
 
 
    
Lijst van veel voorkomende fouten
    
Diverse fouten die kunnen voorkomen bij de Chabo
       

De beenlengte is een belangrijk onderdeel van de Chabo. De beentjes moeten kort en dik zijn. Chabo's met iets te lange benen kunnen echter wel gebruikt worden voor de fok. Zeker als er voorts goede eigenschappen bij die dieren aanwezig zijn.

      
     

Een Chabo haan met een ideaal type. Ook de staartdracht is perfect en maakt een welhaast ideale hoek van 90° ten opzichte van het lichaam. Vaak zien we sikkels die te slap zijn en te ver doorbuigen. Ook is de lengte van de sikkels dikwijls te kort.

    

Een Chabo haan met te slappe sikkels. De sikkels buigen te ver door en krijgen zo niet voldoende lengte.

    

Door de grootte van de staart wil het nog wel eens voorkomen dat de staart van een Chabo scheef staat. Dit is een behoorlijke fout en met deze dieren moet eigenlijk niet gefokt worden.

Vaak zien we een eekhoornstaart bij de Chabo's. De staart wordt dan te ver naar voren gedragen. De staart mag een beetje door de loodlijn heen gaan, maar een Chabo moet de kop naar de staart brengen en niet andersom. Ook deze fout vererft. Niet mee fokken dus.

Iets dat minder vaak voorkomt is de te laag gedragen staart. Dit is het tegenovergestelde van een eekhoornstaart. Het is echter niet zo dat het probleem in de volgende generatie is opgelost als een dier met een eekhoornstaart ge kruist wordt met een dier met een te lage staart.

     
   

Chabo hen met een ideaal type. Duidelijk zichtbaar is de U vorm in de ruglijn. Ook een hoge, goed gespreide staart is duidelijk zichtbaar.

      
Dit hennetje heeft een te korte staart.
De staart moet ruim boven de kop uit komen.
     

Een Chabo hen moet de staart wel goed gespreid dragen. Deze hen draagt de staart 'geknepen' en is aan de basis te smal.

    

Hennetje dat de staart te laag draagt. Ook voor hennen geldt dat de staart  een hoek van 90° moet hebben ten opzichte van het lichaam.

    
Een hennetje met een eekhoornstaart.
bron: Jan Ubels/Japanese Bantam Club of Great Britain

'klik' hier om terug te gaan naar de pagina 'Chabo's houden'...

 
     
[ Startpagina > de C.L.C. > Chabo's houden > Selectie ]